logo venlo transparant

Toon items op tag: provinciale staten limburg

maandag 05 februari 2024 09:21

Reactie n.a.v. GS-antwoorden op Statenvragen

Aan: Provinciale Staten van Limburg

Datum: 28 augustus 2023

Onderwerp: reactie n.a.v. GS-antwoorden op Statenvragen

Geachte (leden van) Provinciale Staten,

Mede namens melders die zich bij brief van 29 juni 2023 tot uw Staten hebben gewend naar aanleiding van afhandelbrieven van de Commissaris van de Koning van meldingen bij het meldpunt bestuurscultuur en de recente antwoorden van Gedeputeerde Staten op Statenvragen van de fracties Groen Links en Partij voor de Dieren, wend ik me tot u.

Opmerkingen vooraf
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat voor integriteitsonderzoeken vier belangrijke eisen gelden: een normenkader, feitenrelaas, analyse en conclusies. In onze brief van 29 juni 2023 hebben wij benoemd dat wij als melders na het doen van onze melding en in gesprekken geen enkel inzicht hebben gekregen hoe het meldpunt te werk is gegaan.
Een basisprincipe bij onderzoek is validiteit: validiteit heeft betrekking op de vraag of gemeten is wat je beoogt te meten. Als iemand of een organisatie van integriteitschending wordt beschuldigd moet een integriteitsonderzoek vaststellen of inderdaad van een integriteitschending sprake is.
Een ander basisprincipe gaat over de vraag of de onderzoekers het onderzoek onafhankelijk hebben kunnen uitvoeren, of de onderzoeksmethode navolgbaar is en of het onderzoek zodanig is uitgevoerd en gerapporteerd dat een tweede onderzoeker, die op dezelfde wijze te werk gaat, ook tot dezelfde uitkomsten zou komen (M. de Vries, 2023, pagina 55).

Reactie op antwoord van Gedeputeerde Staten op vraag 1
Het is juist dat met alle melders persoonlijk contact is gelegd door het meldpunt. Melders hebben dit zeer op prijs gesteld, omdat ze voor het eerst het gevoel hadden serieus te worden genomen en ook het gevoel hadden dat iets gedaan zou worden aan datgene wat hun inziens niet integer is.
Er heeft echter geen inhoudelijk onderzoek plaatsgevonden in die zin dat voor melders niets op schrift is gezet of er wel of niet sprake is van integriteitschendingen.
Wel is in mails of gespreksverslagen vastgelegd waar melders tegen aanliepen. Het betreft met name ook de door de meeste melders als (zeer) bot ervaren manier van (non)communiceren door gemeen-ten met melders. Twee melders hebben om hun moverende redenen aangegeven dat ze niet wilden dat hun namen vermeld werden aan het eind van de brief. Hun namen zijn bekend bij het meldpunt.
Een persoon heeft inderdaad geen melding gedaan doch heeft een brief gestuurd naar de provincie waarin hij vermeldde eens te zijn met de inhoud en strekking van de collectieve brief 29 juni 2023.

Reactie op antwoord van Gedeputeerde Staten op vraag 2
Bij melders is, behoudens in één geval, geen enkel schriftelijk stuk bekend waaruit blijkt dat er daadwerkelijk is getoetst aan rechtmatigheid c.q. juridische aspecten en communicatieve aspecten. Wel is in mails of gespreksverslagen vastgelegd dat melders stuitten op een muur van bestuurlijke onwil bij de betreffende gemeente en een fundamenteel gebrek aan invoelingsvermogen en oplossingshouding. De vermelding dat de bevoegdheden van de Commissaris in gemeentelijke integriteitskwesties beperkt zijn, mag dan zo zijn doch roept de vraag op waarom de provincie niet vroegtijdig voor melders en de Staten op schrift heeft gezet hoever diens wettelijke bevoegdheden reiken. Met andere woorden: heeft de Commissaris wettelijk de bevoegdheid om bij een gemeente in te grijpen als uit toets van een melding onmiskenbaar blijkt dat van een integriteitschending sprake is?
Indien dat antwoord negatief was geweest en dit vroegtijdig was gecommuniceerd met melders dan hadden wellicht alle melders of het merendeel van hen afgezien van het doen van een melding. De recente wijziging van de Provinciewet heeft daarin geen verandering gebracht.
De conclusie moet zijn dat de uitbreiding van taken en rechten van de Commissaris niet of nauwelijks zal kunnen helpen om de burgemeester beter te positioneren in zijn lastige rol op het terrein van de gemeentelijke integriteit (Munneke, 2020, pagina 61).

Reactie op antwoord van Gedeputeerde Staten op vraag 3
Er is met melders nadrukkelijk niet gecommuniceerd over de methode van onderzoek.
Een onderzoeksprotocol of een soort werkproces hoe het meldpunt gedane meldingen zou gaan beoordelen kennen melders niet. Als dat er wel is hadden melders daar graag inzicht in.
Voor nagenoeg elk onderzoek bij of voor de overheid – bijvoorbeeld een milieuonderzoek, strafrechtelijk onderzoek, integriteitonderzoek – geldt dat de uitkomsten navolgbaar moeten zijn.
Melders missen dat en ervaren dat zij niets verder zijn gekomen na hun melding in 2021.

Reactie op antwoord van Gedeputeerde Staten op vraag 4
Melders herkennen zich niet in de constatering dat aanbevelingen van de Zuidelijke Rekenkamer (januari 2023) door de Commissaris zijn gevolgd. De gesprekken met de programmamanager zijn deels een stuk erkenning ervaren doch daar bleef het bij. De Commissaris heeft uiteindelijk keuzes gemaakt. Het toetsen aan moraliteit is in geen enkele casus door de Commissaris gebeurd. Premier Rutte heeft gesprekken gehad met gedupeerden in de toeslagenaffaire. Wat die mensen willen is niet alleen een luisterend oor maar ook een oplossingshouding. Gemeenten hebben daarentegen tijd, macht en middelen om melders juridisch en mentaal uit te schakelen. Melders niet.

Reactie op antwoord van Gedeputeerde Staten op vraag 5
Het zal zeker zo zijn dat naar alle meldingen is gekeken en dat aan dit ‘kijken’ veel tijd is besteed, maar daar is het bij gebleven. Melders missen, zoals gezegd, een normkader, feitenrelaas, analyse en conclusies. Nogmaals: de Commissaris had vroegtijdig naar Provinciale Staten en melders kunnen en moeten communiceren hoever zijn wettelijke bevoegdheden reiken.
Nu is er vooral door melders enorm veel tijd gestoken in het opstellen van hun melding, gesprekken met vertrouwenspersonen of adviseurs en meldpunt, maar de facto zijn melders niets verder gekomen en heeft het vertrouwen in de provinciale overheid een enorme extra deuk opgelopen.

Reactie op antwoorden van Gedeputeerde Staten op vraag 6, 7 en 8
Los van individuele casuïstiek stellen melders op prijs dat de brief van 29 juni 2023 en deze brief op de agenda wordt gezet van de eerstvolgende openbare vergadering van Provinciale Staten en dat ondergetekende namens melders dan gebruik kan maken van het spreekrecht.
Dat Gedeputeerde Staten (GS) niet bereid is om de wijze van behandeling van meldingen te laten toetsen door bijvoorbeeld de Zuidelijke Rekenkamer betreuren melders zeer. Er wordt zo niets geleerd. Melders en toekomstige melders verliezen zo vertrouwen in een integere overheid en worden monddood gemaakt. Melders bepleiten dat Provinciale Staten besluiten dat een staatsrechtgeleerde wordt verzocht of opdracht krijgt om te onderzoeken:

  1. Hebben de Commissaris en/of GS wettelijke bevoegdheden om in te grijpen in gemeentelijke integriteitskwestie waarbij de burgemeester van een gemeente niet kan of wil ingrijpen ondanks diens taak op grond van art. 170, lid 1, sub e en lid 2, van de Gemeentewet?
  2. Zo neen, waar kunnen burgers of organisaties dan terecht indien ook gemeenteraden in voorkomende gevallen niet (willen) besluiten tot een integriteitonderzoek?
  3. Wat kan een integriteitsbureau voor alle gemeenten, provincie en waterschap, zoals de Zuidelijke Rekenkamer dat bepleitte in de aanbevelingen, in dit verband betekenen?

Tot slot
Melders kunnen niet anders vaststellen dan dat de Commissaris het kennelijk niet tot zijn taak rekende zich inhoudelijk een beeld te vormen van de feiten maar zich heeft beperkt tot een formele en grove toets op het gevoerde proces. Wanneer in een gemeente zaken te makkelijk en mogelijk met verwaarlozing van belangrijke feiten tot de conclusie hebben geleid dat er niets aan de hand is, is dat door de Commissaris niet eens onderzocht.
Dat is heel anders dan het krachtige beeld van persoonlijke bemoeienis dat hij op 1 april 2022 heeft gevestigd tegenover uw Staten en sindsdien in media meermaals uitdraagt.
De handelwijze van de Commissaris is toedekkend en eerder een uitnodiging tot voortzetting van praktijken die op gespannen voet staan met integriteit, dan dat de betekenis van integriteit is gesteld. Die afstandelijke houding staat haaks op verwachtingen die zijn gewekt en wordt door melders eerder ervaren als een bevestiging van de bestaande situatie dan die onderwerp van discussie wordt.

Hoogachtend,

Namens melders,
Melder gemeente Nederweert

Noot: Namen en contactgegevens zijn bij de provincie Limburg en VT bekend.

Gepubliceerd in Ingezonden stuk