Displaying items by tag: gemeente
Gemeentelijk vastgoed en subsidie Q4
De gemeente Venlo gaat weer over tot de verkoop van gemeentelijk vastgoed in Q4. Portefeuillehouder is GL-wethouder Pollux. In RIB 2022/9 van 3 februari jl. kondigt het college aan dat de volgende objecten onder bepaalde voorwaarden via een openbare verkoopprocedure worden aangeboden:
- Parkstraat 29, 29A t/m C (anti speculatiebeding waaronder een zelfbewoningsplicht)
- Bolwaterstraat 8, 8A (anti speculatiebeding waaronder een zelfbewoningsplicht)
- Helschriksel 4, 4A, 6 (geen anti speculatiebeding waaronder zelfbewoningslicht, wordt in verhuurde staat verkocht)
- Ginkelstraat 3, 3A (verplichting tot sloop en bouwplicht)
‘Daarnaast is sprake van een opknaplichting (sic) bij de te verkopen objecten indien niet wordt gesloopt’, aldus de RIB. Deze zin roept direct vragen op. Was Bolwaterstraat 31 ook niet een slooppand met dito bepaalde prijs en werd hier juist niet gesloopt maar opgeknapt? Hoe wordt dan de prijs bepaald?
De verkoop van bovengenoemde panden werd eind 2020 al aangekondigd: ‘In het kader van extra transparantie werd eind 2020 besloten alsnog te kiezen voor een openbare verkoopprocedure voor de nog vrij te verkopen objecten in Q4.’
In 2019 werd voor het laatst gemeentelijk vastgoed in Q4 verkocht: hoekpand Puteanusstraat 21 / Ginkelstraat 48 ging in een alsmaar stijgende vastgoedmarkt voor € 30.000,- onder de oorspronkelijke en publieke vraagprijs van € 185.000,- van de hand, zonder achterstallig onderhoud. Voor € 155.000,- dus. Koper was de zoon van GL-wethouder Pollux. Ophef in de gemeenteraad ontstond er nauwelijks. In Venlo zijn ze niets anders gewend.
Na een Wob-verzoek in 2019 inzake bovenstaande transactie weigerde het college van B&W bepaalde informatie en documenten te verstrekken. Een aantal documenten bleken ook niet vindbaar. De procedure m.b.t. verslaglegging en archivering deugde aantoonbaar niet. Een rechter moet er dus eerst weer aan te pas komen. Dat beroep loopt sinds 11 januari 2020. Uitspraak volgt. Zover transparantie en nieuwe bestuurscultuur van het huidige en aflopende college.
Helschriksel 4, 4A, 6
Grenst met de zijgevel aan een onbebouwd terrein waar in 2019 een aanbesteding middels een Right to Challenge plaatsvond. De sluitingsdatum van die aanbesteding was 4 juni 2019. Burgemeester Antoin Scholten zag zich kort daarna – op 26 juni 2019 – genoodzaakt in brief aan de raad te melden dat GL-wethouder Pollux op 6 november 2018 in het college had aangegeven dat zij naast de interesse van haar zoon in Puteanusstraat 21 / Ginkelstraat 48 ook ‘… persoonlijk interesse heeft in een nieuwe ontwikkeling op de kavel Helschriksel middels de Right to Challenge.’ (…) ‘De persoonlijke interesse (…) betreft een eventuele aankoop van een woning.’ Ook hier ontstond weinig ophef over. De hardste schreeuwers in de vorige oppositie bleken nu de grootste zwijgers in de huidige coalitie.
Op 22 januari 2020 maakte het college bekend dat de aanbesteding gegund zou worden aan de enige inschrijvers, Marco Baetsen en Joost Reijnen. Gunningscriterium: economisch meest voordelige inschrijving. Joost Reijnen is ook mede-eigenaar van het even verderop gelegen en in 2015 door de gemeente Venlo verkochte St. Jacobskapel. De biedprijs was € 7,-. Dat schamel bedrag werd in de akte kwijtgescholden. Verkooprijs: € 0,-.
Buiten een verbod van doorverkoop van de onbebouwde grond zijn de kopers o.a. verplicht binnen twee jaar na het verlijden van de notariële akte van levering het bouwplan te voltooien (punt 16 overeenkomst). Van enige activiteit is echter sindsdien geen sprake. Koopprijs € 375.000,-.
Update: RIB 2022/19 Beëindiging aanbesteding Right to Challenge. De aanbetaling op de koopsom wordt door de gemeente terugbetaald aan de inschrijver.
Subsidie voorgevels particuliere panden
In 2008 werd de Subsidieverordening verbetering voorgevels van particuliere panden in Q4 vastgesteld om eigenaren te stimuleren hun panden (en de wijk) een fraaier aanzien te geven. Het budget werd destijds vastgesteld op € 400.000,- (exclusief € 50.000,- personele kosten). Van de toegelaten kosten zou maximaal 40% subsidiabel zijn, met een maximum van € 16.000,- per pand.
Raadsvoorstel 2008/69:
In 2009 werd de verordening uitgebreid. De Uitbreiding subsidieregeling gevelverbetering particuliere panden Q4 werd middels RIB 2009/95 bekend gemaakt. Als bijlage werd op een kaart duidelijk aangegeven welke panden voor de subsidie al in aanmerking kwamen, welke er werden toegevoegd, en welke panden daarnaast gemeentelijk bezit waren.
Na een Wob-verzoek in 2021 kwam het college erachter dat in 2015 kosten à € 38.000,- verkeerd waren geboekt. Deze werden namelijk uit de subsidiepot voorgevels Q4 gehaald. Het betrof kosten voor het aanhelen van (na sloop) vrijgekomen zijgevels van de panden Maaskade 24 / Lichtenberg 5. Een collegebesluit en een vaststellingsovereenkomst lagen ten grondslag aan deze eenmalige financiële bijdrage. Hoewel het hier wel om particuliere panden ging is er geen sprake van een aanvraag en voldeden de kosten ook niet aan de subsidievoorwaarden van de verordening. Ook het maximumbedrag werd met ruim het dubbele overschreden.
Collegebesluit 18 mei 2021:
Maar dat is nog niet alles.
Bolwaterstraat 8/8a
Er blijkt namelijk op 27 juli 2010 intern een opdracht te zijn verstrekt voor de gevelverbetering van Bolwaterstraat 8/8A, toen zoals nu gemeentelijk bezit. De opdracht werd door een ingehuurde Projectmanager verstrekt aan de afdeling Openbare Werken en bedroeg € 39.940,- excl. BTW.
Bolwaterstraat 8 is een winkel met bovenwoning en sinds 2001 gemeentelijk bezit. Het pand werd aangekocht voor een bedrag van fl. 725.000,- en sindsdien aan meerdere partijen verhuurd, startende met de verkoper. Ook hier kwamen de kosten ten laste van de subsidie voorgevels particuliere panden Q4, ondanks het feit dat het gemeentelijk bezit was en het maximumbedrag – weer – met ruim het dubbele wordt overschreden. Het pand gaat dus binnenkort – na een vooraankondiging van anderhalf jaar – in de verkoop.
Ingehuurde projectmanager Q4
In 2016 werd na onderzoek door Ernst & Young al vastgesteld dat de externe inhuur van deze Projectmanager Q4 in de periode 2010 t/m 2011 onrechtmatig was. De aanbesteding werd onderhands gegund, was in strijd met het inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente Venlo en de aanbestedingsregels van de provincie Limburg – i.v.m. verstrekte subsidie aan de gemeente Venlo. De totale kosten voor deze Projectmanager Q4 bedroegen € 144.688,- excl. BTW. Dagtarief: € 1250,-.
Dezelfde Projectmanager – afkomstig van AT Osborne – werd echter na zijn werkzaamheden voor Q4 weer door de gemeente Venlo ingehuurd, nu als Projectmanager Kazernekwartier. Bij de verlenging van deze aanbesteding in 2013 werd opnieuw afgeweken van het geldende inkoopkader. De grens bedroeg € 100.000,-. De maximale kosten werden opgerekt naar € 150.000,-.
Oranje, groen en blauw
Laten we even inzoomen op de eerder genoemde kaart en de opvolgende subsidieverordening. De oranje panden kwamen al in aanmerking voor de subsidie vanaf 2008, en werden in 2009 uitgebreid met de groene panden. De blauwe panden vallen daar buiten en zijn gemeentelijk bezit.
Bovenstaand langgerekt blauw pand is Bolwaterstraat 8/8A en gemeentelijk bezit sinds 2001.
Stafoverleg Q4
Uit documenten blijkt dat van de in 2008 ingestelde subsidieverordening pas vanaf 2014 gebruik is gemaakt, waarbij beide keren de kosten onrechtmatig werden geboekt en niet aan de voorwaarden voldeden. Beide keren door de gemeente zelf. Daarbij trad ook nog eens een discrepantie op van € 3546,23. De totaal verstrekte subsidie bedroeg namelijk € 112.223,77 met een overgebleven budget van € 384.230,-. Dat laatste bedrag is ook vermeld in de in 2020 voor de tweede keer aangepaste verordening:
Nog vreemder wordt het echter als in notulen van een Stafoverleg Q4 van 7 september 2009 blijkt dat toen al vijftien concrete aanvragen voor subsidie waren ingediend waarvan er twee zouden worden uitgevoerd. In een op 29 juli 2009 door het Ontwikkelbedrijf ingediend collegevoorstel is ook sprake van opdrachten voor twee panden aan de Puteanusstraat. De gemeente Venlo kan echter geen documenten overleggen betreffende deze aanvragen, uitvoeringen en/of betalingen conform de daarvoor geldende procedure.
Subsidieverordening verbetering voorgevels van panden Q4
In 2020 werd het subsidieplafond vastgesteld op € 407.230,-. De verordening is echter nog steeds enkel van toepassing op voorgevels van particuliere panden:
Artikel 2, lid 2: De subsidie kan worden aangevraagd door de eigenaar van een pand (niet zijnde de gemeente) voor de voorgevel.
Het maximaal bedrag per pand is ook verlaagd van € 16.000-,- naar € 15.000,-.
Artikel 7, lid 1:
a. Een bijdrage van 40% over de kosten van de te treffen voorzieningen met in achtneming van het bepaalde in artikel 5.2
b. Er wordt geen subsidie verleend indien het subsidiebedrag niet meer bedraagt dan € 2000,-- . Het subsidiebedrag per pand bedraagt maximaal € 15.000,--.
Als klapper in dit wonderlijk verhaal is als bijlage 1 nu een kaart opgenomen waarop ook gemeentelijke panden staan vermeld die in aanmerking komen voor de subsidie, waaronder Parkstraat 29, 29A t/m C, Bolwaterstraat 8/8A, Helschriksel 4, 4A, 6, en Ginkelstraat 3/3A.
Aanvragen en verleende subsidies voor en vanaf 2021 zijn niet meegenomen in bovenstaand overzicht. Daarbij gaat het om panden in de Puteanusstraat en nog lopende verbeteringen aan de Maaskade en hoek Maaskade / Bolwaterstraat.
Omerta Venlona
Venlo Transparant neemt zich voor onderbelichte zaken te onderzoeken en daarover met enige regelmaat te publiceren. Zaken die – om welke reden dan ook – in de lokale pers en politiek nauwelijks of geen aandacht krijgen en waar men zich, in sommige gevallen, ook niet de vingers aan wil branden. Horen, zien, zwijgen. Maar zich wel ergeren. Of boos worden. Het wereldje is klein, ons kent ons, en ons vergeet jou niet. Pijnpunten waar men liever wegkijkt, uit zelfbehoud.
Venlo heeft de afgelopen twee decennia een behoorlijk trackrecord opgebouwd m.b.t. dossiers die volledig ontsporen en waar de onderste steen bijna nooit boven komt. Een aantal van die dossiers zijn ook niet gesloten en breiden zich sindsdien ook alleen maar uit. Oud leed komt met enige regelmaat weer bovendrijven. Conclusies, leermomenten, verbeterpunten. Ze dienen geen doel, zorgen niet voor bewustwording en worden niet doorgevoerd. Er wordt ook niet gehandhaafd.
De ambtelijke organisatie lijkt niet in staat een verbeterslag te maken, de raad houdt zich met alle kennis en ervaring angstvallig stil, en bestuurlijk wordt geen verantwoordelijkheid genomen. Dat laatste is des te opmerkelijker aangezien drie van de (inmiddels) vijf wethouders de vorige periode zelf raadslid zijn geweest. In Venlo is het klaarblijkelijk doelloos aanmodderen, met veel halleluja en propaganda. Een walhalla voor navelstarende herkauwers.
Vertrouwen, transparantie en – nauwelijks benoemd – integriteit. Politici hebben er vaak de mond vol van, richting de burger. Zo ook het huidige college in het coalitieakkoord 2018-2022, getiteld Samen Venlo Veranderen:
Wij staan voor een betrouwbaar en transparant bestuur.
Vertrouwen in het gemeentebestuur dat verloren is gegaan zal, en moet worden hersteld.
De laatste zin velt een keihard oordeel over het vorige college, inclusief de nog zittende burgemeester (portefeuillehouder archiefwet, communicatie, wet openbaarheid van bestuur, integriteit, openbare orde & veiligheid, handhaving, en sinds het vertrek van wethouder Roest naar Maastricht, ook nog van personeel & organisatie).
Venlo Transparant constateert dat onder het huidige college niet alleen geen vooruitgang is geboekt, maar zelfs een achteruitgang is ingezet. Vooral wat betreft het actief en passief publiceren van documenten en het deugdelijk archiveren c.q. naleven van de archiefwet (een al jaren onderkend en voortslepend probleem in Venlo zonder enige consequentie). Deze verwaarlozing van kerntaken heeft vaak ernstige gevolgen voor een deugdelijke controle op de bestuursvoering.
Als voorbeeld worden door het college niet alle besluiten en zelfs geen documenten die voor eenieder onder de Wet openbaarheid van bestuur worden vrijgegeven gepubliceerd. Het publiek kan daar dus op geen enkele wijze van kennisnemen. Van transparant bestuur en een herstel in vertrouwen is geen sprake. Het huidige college borduurt daarmee voort op de houding van het vorige college.
De gemeente verlangt veel van en bepaalt veel voor de burger, maar andersom is diezelfde gemeente vaak niet thuis als de burger aanklopt. Moeizaam, met veel tegenzin en tegenwerking, geeft men openheid van zaken. Of helemaal niet. Op papier lijkt alles goed geregeld, totdat de praktijk zich aandient. Ambtelijk en bestuurlijk worden veel trucs uitgehaald om gecreëerde problemen van zich af of voor zich uit te schuiven. Onnodig ingezette procedures zijn er enkel om tijdwinst te boeken.
Wie bepaalt eigenlijk het beleid binnen de gemeentelijke organisatie? Wie neemt de beslissingen? Doen wethouders er wel toe? Maakt het uit op welke partij je stemt? Welke belangen spelen er op de achtergrond? Waarom krijgt een bepaalde ondernemer wel elke keer zaken voor elkaar en een ander niet? Worden burgers en ondernemers wel op dezelfde wijze behandeld? Worden belanghebbenden wel op de juiste wijze geïnformeerd, of juist – geheel – niet? En waarom niet? Veel vragen, weinig fundamentele antwoorden.
Venlo Transparant concludeert dat er geen sprake is van geïsoleerde incidenten, maar van een jarenlang patroon waaruit ook bewust geen lering wordt getrokken, ongeacht de politieke kleur van het college. Het schort simpelweg aan een behoorlijke bestuurscultuur. In Venlo wil men op dezelfde voet verder zoals men al decennia gewend is, ook al deugt er van de grondhouding niets, staat politiek Den Haag in brand, staat het gouvernement in brand, en worden wethouders en burgemeester in buurgemeente Venray de laan uit gestuurd, voor minder. Zo niet binnen de mentale stadsmuren, daar blijft men onberoerd zitten en heerst een gezamenlijke stilte.
Venlo Transparant brengt daar graag enige verandering in. Anoniem, dat is juist. Je weet wel: ons kent ons, en ons vergeet jou niet.
PS Kijk ook eens op Venray-Transparant.nl. Daar zijn inmiddels flinke stappen gezet. Gezien de talloze regionale samenwerkingsverbanden die veelal aan kritische aandacht ontsnappen, en de centrale en sturende rol die Venlo daarin vervult, beperken de netwerklijntjes zich immers allang niet meer tot de gemeentegrens.
Integriteitsbeleid I
Venlo Transparant duikt terug in de tijd. Naar 2007 om precies te zijn. Om alleen naar het heden te kijken en dan enkel nog maar vooruit – wat bestuurders graag doen – heeft niet zoveel zin. Er is enige analyse nodig om jarenlange patronen te herkennen. Patronen die stelselmatig falen kunnen veroorzaken.
In het archief werd een interessant rapport opgedoken waar in vrij heldere bewoordingen de ‘bestuurscultuur’ binnen de gemeente Venlo wordt beschreven. Er worden ook aanbevelingen gedaan om deze te doorbreken. Het rapport is van de hand van Prof. dr. J.H.J. van den Heuvel, destijds emeritus hoogleraar Beleidswetenschap aan de VU in Amsterdam en gespecialiseerd in onderzoek naar ambtelijke en bestuurlijke integriteit.
Niet bij plannen Alleen - Het integriteitsbeleid van de gemeente Venlo doorgelicht, werd na voorstel vanuit het college van B&W – onder burgemeester Hubert Bruls – en na instemming van de raad uitgevoerd. Het onderzoek kostte € 24.600,-. Net onder de destijds geldende drempel waardoor enkelvoudig onderhands kon worden aanbesteed.
Opvallend in het rapport zijn enkele omschrijvingen die volgens Venlo Transparant nog steeds van toepassing zijn. Enkele citaten met ingevoegd commentaar:
Prof. dr. J.H.J. van den Heuvel:
‘Integriteit vereist in Venlo naast nieuwe maatregelen en aangescherpte procedures vooral meer bewustwording, cultuurverandering. Het probleem is het human resource management, de erkenning dat mensen het verschil maken, mensen inzetten om het doel - een organisatie die zich van haar integriteit bewust is - permanent te realiseren.’
Dat is nogal wat. Naast nieuwe maatregelen en aangescherpte procedures, vooral personeelsbeleid. En permanente bewustwording. Zoals in elk grotere organisatie is er binnen de gemeente Venlo (1000-1100 werknemers) nogal verloop. Een organisatie met ook nog eens een behoorlijk flexibele schil. De talloze reorganisaties sinds midden 2000 waren voornamelijk gericht op het middenkader en de daaronder uitvoerende ambtenaren. Deze reorganisaties lijken het onderliggende fundamentele probleem echter niet op te lossen. Hoe kan dat immers ook? Op topniveau blijken ambtenaren vaak tien tot twintig jaar op dezelfde functie te blijven zitten (of rouleren op hetzelfde niveau). Slechts een enkeling vertrekt af en toe, al dan niet (extern) gedwongen. Als er ergens bewustwording inzake integriteit zou moeten zijn, dan daar wel.
Prof. dr. J.H.J. van den Heuvel:
‘Het belangrijkste is eigenaarschap: personeelsleden kennen hun bijdrage aan de organisatie, kunnen deze leveren en willen er op worden aangesproken. Mensen veranderen en groeien als ze daartoe worden gestimuleerd. Veranderen is de juiste omgeving creëren waarin mensen zich gestimuleerd voelen om zich te kunnen ontplooien. Dit vergt coachend leiderschap en een goede sfeer, waarin lerend vermogen centraal staat.’
Coachend leiderschap. Een goede sfeer. Lerend vermogen. Dat laatste is in elk geval niet te herleiden uit de talloze en volledig ontspoorde dossiers die sinds 2007 bekend zijn geworden. Die net onder de oppervlakte borrelen of in de doofpot zijn beland laten we even buiten beschouwing.
Prof. dr. J.H.J. van den Heuvel:
‘De cultuur in Venlo kan worden omschreven in termen van risicomijdend, reactief, weinig mobiliteit, gesloten. Er zit weinig elan in de organisatie als geheel, geen zichtbare betrokkenheid, geen duidelijk uitstralend verantwoordelijkheidsgevoel. Het is een brave organisatie: gewoon je werk doen, een organisatie van de middenmoot, die zo goed mogelijk werk levert.’
Die gesloten cultuur is tot op de dag herkenbaar. Met name bij staf en directie, van waaruit de verdere aansturing van de uitvoering plaatsvindt. Die geslotenheid zorgt er voor dat personeel zich niet kan ontwikkelen en veelal ook kort wordt gehouden. Is ambtelijke tegenspraak wel ontwikkeld en gewaarborgd? Worden interne signalen wel voldoende opgepikt, of wel doorgegeven en volgens geldende procedures doorgezet? Daar ging het vaak intern mis.
Prof. dr. J.H.J. van den Heuvel:
'Er is wel kritiek maar die blijft zoveel mogelijk onderhuids, er is weinig inhoudelijk debat over de gang van zaken in de organisatie. Het personeel is niet gewend aan of in ieder geval niet ingesteld op het leveren, ontvangen en pareren van faire, inhoudelijke, professionele kritiek, er is geen feedbackcultuur, er is weinig gevoel voor het lerend vermogen van de organisatie. Managers en medewerkers spreken elkaar onvoldoende aan, hetgeen blijkt uit functionerings- en beoordelingsgesprekken. Men vindt al te gemakkelijk dat men dan de maat wordt genomen. Ook ontbreekt het de organisatie aan kracht om organisatiebesluiten een vervolg te geven. Daardoor stranden mogelijke vernieuwingen op desinteresse. Een van de oorzaken hiervan is dat er weinig in het personeel wordt geïnvesteerd op het gebied van scholing, opleiding en persoonlijke ontwikkeling.'
Weer dat personeelsbeleid. En het gebrek aan omgang met inhoudelijke kritiek, waardoor het lerend vermogen zich weinig tot niet ontwikkeld. Een weinig professionele opstelling. Die lijn kan tot de dag van vandaag worden doorgetrokken. Borstklopperij over een professionele organisatie vind je in elk persbericht en als intro bij elke vacature. Maar echt eens in de spiegel kijken, kunnen ze dat wel bij de gemeente Venlo? Of beter gezegd: willen ze dat wel?
Prof. dr. J.H.J. van den Heuvel:
‘Een specifiek integriteitsrisico doet zich voor in het contact tussen bestuurders en ambtenaren (ambtenaren die in direct contact staan met een of meer wethouders). Hier gaat het om integriteit in de brede betekenis van professionele ambtelijke verantwoordelijkheid. Professionele verantwoordelijkheid heeft betrekking op gedrag dat voldoet aan eisen van deskundigheid en competenties.’
‘De relatie tussen ambtenaar en bestuurder kan een bron van dilemma´s zijn door de tegenstelling tussen professionele waarden en bestuurlijk-politieke aansturing, de spanning tussen ambtelijke loyaliteit aan de bestuurder versus de eigen vakmatige professionaliteit en die tegenover de medewerkers. Zo kunnen vragen of opdrachten van een wethouder bij een ambtenaar tot moeilijke afwegingen leiden in relatie tot de eigen professie en integriteit of de gemeentelijke belangen in hun totaliteit.’
Prof. Dr. Van den Heuvel zegt hier als laatste iets zeer interessants: ‘Zo kunnen vragen of opdrachten van een wethouder bij een ambtenaar tot moeilijke afwegingen leiden in relatie tot de eigen professie en integriteit of de gemeentelijke belangen in hun totaliteit.’ Juist, want hoe verhoudt de ondergeschikte ambtenaar zich als een bestuurder of leidinggevende druk uitoefent om iets uit te voeren wat eigenlijk niet kan, of mag? Wie spreekt tegen, of weigert zelfs? En wie niet? En hoe zou daar vervolgens naar gehandeld moeten worden?
Prof. dr. J.H.J. van den Heuvel:
‘In Venlo geldt weliswaar formeel collegiaal bestuur – de ambtelijke dienst werkt in principe voor het gehele college en niet uitsluitend voor de eigen portefeuillehouder – maar in de praktijk heerst het wethoudersmodel, waarin wethouders optreden als eindverantwoordelijken van de verschillende diensten. Dit kan gemakkelijk tot verkokering en persoonlijke aansturing leiden. Uit de literatuur is bekend dat verkokering tot verenging van beleidsvoorstellen leidt, terwijl het college integraal moet worden geadviseerd en trouwens ook integraal verantwoordelijk is.’
‘Een ander kenmerk van dit model kan zijn dat de onderlinge samenwerking tussen wethouders zwak is ontwikkeld, dat er zelfs concurrentiedenken tussen bestuurders kan bestaan dat doorwerkt op de samenwerking op ambtelijk niveau en dat een informele cultuur bevordert. De verkokerde structuur van de gemeentelijke organisatie, gekoppeld aan wethouders die zich opstellen als eindverantwoordelijken van de ambtelijke diensten, dragen bij aan het ontstaan van dilemma’s en integriteitrisico’s.’
Verkokering: een treffende omschrijving voor een ontspoorde bestuurscultuur die niet meer in staat is zichzelf te corrigeren. Tunnelvisie in leidinggevend denken en handelen. Bij een continuerend disfunctionerende organisatie inzake integriteit is de kern van het probleem vaak de langdurige personele invulling en het rouleren op hetzelfde niveau. Er ontstaat afhankelijkheid van elkaar, en persoonlijke belangen en loyaliteit gaan een grotere rol spelen dan het waarborgen van de integriteit van de volledige organisatie.
Commissie Integriteit
Naast talloze andere aanbevelingen werd door Prof. Dr. Van den Heuvel het instellen van een Commissie Integriteit benadrukt. Die werd inderdaad anderhalf jaar na dato met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009 ingesteld.
Door Prof. Dr. Van den Heuvel:
‘In het licht van het voorgaande wordt het volgende geadviseerd. Om de integriteit van de organisatie als geheel te bewaken wordt aanbevolen een Commissie Integriteit in te stellen onder leiding van de burgemeester als totaal verantwoordelijke voor de integriteit van de organisatie.
Integriteit is een kwaliteitsaspect van de bedrijfsvoering dat allerlei deelsectoren overstijgt. In deze commissie zitten verder de wethouder Personeel & Organisatie, de gemeentesecretaris, de concerncontroller en een persoon uit de staf van de concerncontroller die als ambtelijk coördinator-secretaris fungeert. In deze commissie worden alle zaken die met bestuurlijke en ambtelijke integriteit te maken hebben, aangestuurd. De commissie brengt – via het college – jaarlijks een integriteitsverslag aan de gemeenteraad uit, zoals de recent gewijzigde Ambtenarenwet voorschrijft.’
We kijken kort hoe die Commissie Integriteit in elkaar steekt en hoe dat in de praktijk uitpakte. Uit het jaarverslag Integriteit van de gemeente Venlo 2009:
'In 2007 heeft professor Van den Heuvel een onderzoek uitgevoerd naar integriteit binnen de gemeente. Deze opdracht hield verband met enerzijds de jaarlijkse verantwoordingsverplichting en anderzijds de toen beoogde reorganisatie van de ambtelijke dienst die een uitstekend moment gaf om de zorg voor het integriteitsbeleid expliciet een plaats in de organisatie en het management te geven.
Op basis van het rapport van professor Van den Heuvel is vervolgens gewerkt aan de meer dan 50 aanbevelingen in het rapport. De resterende aanbevelingen die m.n. verband hielden met de algemene ontwikkelingen van het integriteitsbeleid, namelijk het tot leven maken en houden van het integriteitsbesef alsmede het bewaken van het integriteitsbeleid, zijn opgenomen in een plan van aanpak voor de doorontwikkeling van het integriteitsbeleid. Dit plan van aanpak is op 24 maart 2009 vastgesteld door ons college. Middels de raadsinformatiebrief van 27 maart 2009 is de gemeenteraad hiervan op de hoogte gesteld.’
Het bewaken van het integriteitsbeleid
In navolging op het advies van het professor Van den Heuvel is aansluitend aan bovengenoemde vaststelling van het plan van aanpak gewerkt aan de inrichting van de Commissie Integriteit. Dit heeft erin geresulteerd dat op 1 december 2009 het instellingsbesluit commissie integriteit is vastgesteld door het college.
De commissie integriteit houdt zich bezig met de volgende taken.
1. Het adviseren van burgemeester en wethouders over het integriteitbeleid en integriteitkwesties.
2. Het bevorderen van het integriteitbewustzijn binnen de gemeente Venlo.
3. Het bespreken van (vermoedelijke) integriteitschendingen en andere actualiteiten op het gebied van integriteit.
De burgemeester, gemeentesecretaris en concerncontroller zijn de leden van de commissie en vergaderen minstens eenmaal per twee maanden. De griffier kan als toehoorder deelnemen aan de vergaderingen van de commissie.
Gedragsregels / instrumenten
Het merendeel van de (ambtelijke) regels op het gebied van integriteit zijn opgenomen in de Arbeidsvoorwaardenregeling (AGV). Het betreffen dan de volgende regels omtrent:
- de ambtseed
- gebruik van gemeentelijke goederen/ eigendommen
- nevenwerkzaamheden/ nevenfuncties/ financiële belangen
- het aanvaarden van relatiegeschenken en uitnodigingen
- onkostenvergoeding
- vertrouwenspersonen integriteit
- klokkenluiders
- de handelwijze bij het vermoeden van ambtsmisdrijven
- privacyreglement email- en internetgebruik
Bestuurlijk gelden voor het college van burgemeester en wethouders alsmede voor de gemeenteraad ieder een gedragscode.
Dat lijkt allemaal dik in orde. Mooie, heldere woorden. Met name de opsomming van de gedragsregels / instrumenten is iets om goed in de gaten te houden. Die kunnen immers worden ingezet. Sterker nog, die zijn afdwingbaar. Maar gebeurt dat ook? Of is de inzet daarvan meer een persoonlijke afweging? Bij wie wel, en bij wie niet?
We schakelen vooruit. Uit een collegebesluit van 9 oktober 2018 blijkt namelijk dat de Commissie Integriteit in elk geval in de periode juli 2015 t/m september 2018 niet heeft vergaderd. Er zijn ook geen documenten beschikbaar.
Zover het bewaken van het integriteitsbeleid bij de gemeente Venlo (dat een integraal onderdeel behoort te zijn van behoorlijk bestuur). Dat de Commissie Integriteit ruim drie jaar lang niet heeft vergaderd en zijn taken niet heeft uitgevoerd, kan en mag rustig omschreven worden als plichtsverzuim. Dat al na zes jaar zo’n verval in de organisatie sluipt is een veeg teken en toont aan dat integriteit bij de gemeente Venlo niet alleen geen prioriteit heeft, maar er simpelweg niet toe doet. Dat hier ook geen sprake is van een onbewust veronachtzamen en niet uitvoeren van eigen beleid, blijkt uit het feit dat het merendeel van de commissieleden allen oudgedienden van de gemeente Venlo (en openbaar bestuur elders) zijn.
Verder is het nog opmerkelijker dat er exact in die periode minimaal vier onderzoeken naar misstanden liepen, waarvan drie extern m.b.t. de herontwikkelingswijk Q4. Het betrof hier een onderzoek door EY, opgevolgd door een integriteitsonderzoek door Necker van Naem naar het handelen van VVD-raadslid Martin Camp, en vervolgens nog een raadsonderzoek door Lysias Consulting Group. Totaalkosten: € 750.000,-. Heeft het lerend vermogen van de gemeente Venlo zich sindsdien ontwikkeld? Venlo Transparant constateert dat de vele conclusies, de tientallen leer- en verbeterpunten die toen door zowel het college als de raad werden onderschreven, helaas op geen enkel niveau zijn doorgedrongen. Papier en praktijk. Venlo is terug bij af waar het blijkbaar graag wil zijn.
Integriteit. Wat houdt het ook in? Niemand weet het precies. Het is warrig. Zelfs degenen die dat vanuit hun functie zonder dralen zouden moeten kunnen uitspreken, weten het niet. Zoals burgemeester Scholten in 2014 over het Mikwe-debacle tegen een journalist in De Groene toegaf: ‘Iemand die weet hoe je integriteit moet duiden heeft ons bijgestaan. Daar hebben wij geen verstand van.’ Dat lijkt toch op een zelfverklaard brevet van onvermogen.
Ook de griffier deed een paar jaar later een behoorlijke duit in het zakje met zijn commentaar op het jaarverslag 2017: ‘Integriteit is iets vaags. Iedereen heeft daar een voorstelling bij, maar je moet het er vaker over hebben. Het moet gaan leven. En doordat je het vaker erover hebt en het gaat leven, wordt het concreet.’
Ergo, hoe minder je het erover hebt, hoe minder het leeft, en des te meer kans dat na verloop van tijd niemand het meer opmerkt. Voilà, een bestuurscultuur die gegarandeerd problemen gaat opleveren. De gedragsregels / instrumenten worden voor het gemak vergeten, of willekeurig ingezet. Betreffende griffier is sinds 1999 in dienst en buiten de gemeentesecretaris de best betaalde ambtenaar van de gemeente Venlo. Zowel het college als de raad lijken wat integriteit betreft in elk geval op dezelfde lijn te zitten.
De samenstelling van de Commissie Integriteit werd in 2010 gevormd door de burgemeester, de gemeentesecretaris en de concerncontroller. De juridisch controller was secretaris maar had geen stemrecht. De commissie werd ook nog bijgestaan door een ambtelijk secretaris van de afdeling Staf, bestuur en directie. Verder kon de griffier enkel als toehoorder deelnemen.
Dus, stemrecht enkel bij de burgemeester, gemeentesecretaris en concerncontroller. Maar, stemrecht waarover? Of er zou worden vergaderd? Over integriteitskwesties en welke stappen wel of niet worden genomen? Is het niet in sommige gevallen moeten nemen? Daar zijn toch de gedragsregels / instrumenten voor? Zien we hier het ontstaan van doofpotten?
In 2019 werd het instellingsbesluit Commissie Integriteit gedeeltelijk gewijzigd. De samenstelling wordt momenteel gevormd door de burgemeester (in dienst sinds 2012), de gemeentesecretaris (af en aan in dienst sinds 1995), de directeur organisatieontwikkeling (in dienst sinds 2010), de kabinetschef (in dienst sinds 2005) en de juridisch controller (af en aan in dienst sinds 1996). Allen zijn oudgedienden op topniveau binnen de gemeente Venlo, in ambtelijke en bestuurlijke zin. De juridisch controller kreeg recent nog promotie en werd benoemd tot bestuurssecretaris a.i.
Er lijkt bij de gemeente Venlo niet alleen sprake te zijn van een verkokerde bestuurscultuur, maar bovenal van een verkokerde ambtelijke top, waarbij opvalt dat een aantal ook een langdurige en zeer hechte partijpolitieke achtergrond hebben. Venlo Transparant zal daar richting de gemeenteraadsverkiezingen dieper op ingaan. Zeker gezien de (nog spelende) Limburgse integriteitsaffaires.